woensdag 2 september 2009

Psychiatrie rammelt

Er was een tijd waarin psychiaters ook psychotherapeut waren zodat zij niet onmiddelijk naar de pillen grepen maar eerste eens gingen kijken of een meer psychologische aanpak baat kon verschaffen. Nu lijkt de psychiatrie in de greep van de pillen en de pillenfabrikanten ( zie Trouw van 1april pagina 24 over Joseph Biederman ).
Psychiaters willen graag bij de medisch specialisten horen. Hoe vreemd, want er is nauwelijks bewijs voor het medische van depressie en andere psychische stoornissen die in het ziektemodel worden geforceerd (zoiets als ronde blokjes door een vierkante opening willen duwen). Er wordt wel ontzettend veel geld en moeite geinvesteerd in het vinden van die bewijzen. Depressie bijvoorbeeld is in de psychiatrische optiek een ziekte. Ik houdt me al dertig jaar met depressie bezig maar ik ben daar geen hard bewijs voor tegengekomen. Wel geloof ik dat je van een depressie erg ziek kan zijn. Maar dat is niet hetzelfde.
Veel zogenaamd bewijsmateriaal blijkt toegeschreven te zijn naar sponsors - zoals pillenfabrikanten - die dankbaar gebruik maken van de behoefte aan erkenning van psychiaters. Pillen blijken niet zo effectief als werd gesuggereerd ( zie Dehue 2008 ). Bijwerkingen blijken soms fataal (zoals verhoogde kans op zelfdoding). Regelmatige lichaamsbeweging blijkt effectiever tegen depressie dan pillen en veel gezonder.
Ik geloof wel dat psychiaters mensen echt willen helpen maar de psychiatrie is in de val van het medische model gekukeld. Dat maakt veel slachtoffers. Bovendien hebben psychiaters over het algemeen te weinig tijd voor hun patienten (ook zoiets: een client wordt een patient zogauw hij/zij bij een psychiater belandt) zodat een pil een "snelle" uitweg biedt.
Psychiatrie als een medisch specialisme is een rampzalige constructie. De zogenaamde psychische stoornissen (let op het woord psychisch) hebben een fysieke, psychologische en sociale component. Om een stoornis adequaat te behandelen heb je een bio-psychisch-sociaal repertoir nodig. En de daarbij horende visie. Iets als een ziekte zien is dus erg beperkt en stigmatiserend en isolerend en objectiverend.
Psychiatrie doet aan symptoombestrijding terwijl ze problemen van mensen die moeilijkheden hebben zouden moeten oplossen en wel op zo'n manier dat die mensen in de toekomst zelf terugval kunnen voorkomen (denk aan ontwikkelingshulp). Daarbij bespaart zo'n aanpak een hoop kosten in de toekomst en beperkt het de overdracht van psychische stoornissen naar een volgende generatie.
Oplossing: Voor psychiaters zou een aparte opleiding moeten komen. Geen medische of psychologische faculteit waarbinnen zo'n opleiding gestalte krijgt maar een afzonderlijke faculteit psychiatrie waarin psychologische, biologische en sociale kennis evenredig onderwezen wordt. Dat zou een eenzijdige, beperkende focus voorkomen en de efficiency en effectiviteit van de psychiater aanzienlijk vergroten.

CASUS:
Een jonge vrouw, nu 19 jaar, verblijft al 4 jaar in een bekende psychiatrische instelling in de provincie Utrecht. Sinds vorig jaar augustus zit ze in een gesloten afdeling en brengt elke nacht door in scheurkleding in de isoleer. Voor die tijd moest ze 6 verschillende middelen slikken ( antipsychotica, antidepressiva, lithium ). Wat er aan de hand is zover dat aan haar familie bekend is, is dat ze af en toe wegloopt en dan suicidaal is. Ze was plotseling gestopt met het slikken van de medicatie en zodoende. Waarom ze welke medicatie krijgt blijft duister. Op mijn vraag aan de behandelend arts assistent en de psychiater wat de diagnose is en waar de keuze voor oa lithium (middel tegen manisch-depressiviteit) op gebaseerd was bleek dat er geen diagnose was. VRAAG: waarop is de zware medicatie dan gebaseerd? De arts gaf aan dat er een diagnostisch onderzoek diende plaats te vinden maar dat de patient daaraan niet wilde meewerken. De patient zelf vertelde me dat zij bij de betreffende psycholoog was geweest maar dat ze hem niet begrepen had. Wat mij zeer verbaast als gz-psycholoog is dat na 4 jaar waarin de patiente ook gesprekken had met psychiater en met een psychotherapeute er nog steeds geen diagnose is. Bovendien is het wettelijk verplicht om een behandelplan te maken waarin een diagnose. Is hier sprake van tekortschietende hulpverleners of van het verstrekken van incomplete informatie?
De assistent arts geeft zich in de contacten met de patiente in mijn aanwezigheid bloot als iemand die niet of nauwelijks in staat is om met een meisje van 19 te communiceren. Enkele weken geleden is de patiente verliefd geworden op een medepatient en dat uit zich, zoals bij elk normale tiener in zoenpartijen af en toe. Gezond toch en begrijpelijk? Helaas bleken enkele mannen op de afdeling zo grenzeloos dat zij ook wel een zoen wilden tot schrik van de patiente. Het gevolg is dat zij gestraft werd - zoals gebruikelijk wordt het slachtoffer bestraft - met uren isoleercel per dag, een roulatiesysteem over de afdelingen en er is voor gezorgd dat zij haar vriend niet meer ziet (dit onder het mom van zwangerschapsvoorkoming, waar gezien de persoon van de patiente geen risico op is en bovendien gebruikt zij de pil).
Moeder wil via de familievertrouwenspersoon een klacht indienen maar dat blijkt moeilijk te zijn omdat de arts niets heeft opgeschreven in de status over zijn ingreep en zijn motivering.
Wat heeft een jonge vrouw van 19 jaar nodig in zo'n geval? Ik denk een goed, ondersteunend en begripvol gesprek van vrouw tot vrouw en de ruimte om toch nog iets te leren van het leven. Gewoon een humaan, empathisch contact - het soort dat tegenwoordig uit de mode is omdat het te duur is.
Ik gruw van deze armzalige manier van met mensen omgaan die ook nog kwetsbaar en hulpeloos zijn. Gelukkig heeft de patientenvertrouwenspersoon ingegrepen en is het regime verzacht. Haar moeder heeft moeite gedaan om een gesprek hierover te krijgen met de verantwoordelijk psychiater. Dat lukt niet en ze kreeg een afspraak met de duidelijk zeer onervaren en incompetente assistent-arts die zichzelf ook nog voortdurende tegenspreekt en zich beroept op machteloosheid. Hij was degene die de patiente isoleerde als straf voor "sexuele ontremdheid". (Dan kunnen we dus concluderen dat iedereen van 19 sexueel ontremd is.)
Een jonge vrouw zit nu al een jaar in een gesloten afdeling en in een isoleercel. Op de afdeling gebeurt niets, er is geen werk , er is geen ontspanning, ze mag niet naar muziek luisteren wat haar hobby is. Elk mens zou gek worden in zo'n situatie maar de psychiatrie verwacht blijkbaar dat psychiatrische patienten er beter van worden. Hoe kun je met jezelf leven als je dit werk doet op deze manier? Gelukkig mag ze wel bezoek ontvangen een paar uur per dag.
Wat psychiaters maar niet begrijpen is dat mensen met een stoornis verder gewoon mensen zijn en als mensen dienen te worden behandeld en bejegent en niet als patienten. Mensen worden vereenzelvigd met hun symptomen en gezien als lastig als hun stoornis lastig is. En als iemand "lastig"is volgen er sancties in plaats van mededogen en begrip. Wanneer je van een mens een patient maakt moet je niet verbaasd zijn als er geen beweging meer in komt.
Inmiddels is deze 19 jarige vrouw 'overvallen' dwz zonder vooraankondiging overgeplaatst naar een instelling in Hilversum. Ook haar moeder was niet op de hoogte gesteld tegen alle afspraken in. De bedoeling is dat de patiente (S.) elke 14 dagen overgeplaatst wordt. Moeder is furieus en van streek. Naast-betrokkenen behandelen als betrokkenen kan blijkbaar niet. Veel onrust en frustratie zou kunnen worden voorkomen door goed overleg en het serieus nemen en inschakelen van familieleden. Dat zou ook de patienten zeer ten goede komen. Er is wel overleg met de familie geweest maar daarbij was zelden de verantwoordelijk psychiater aanwezig en verwoede pogingen van moeder om afspraken met hem te maken lukten zelden. De enkele keer
dat dat wel lukte hulde hij zich in machteloosheid. Hij functioneert, lijkt het, meer als cipier dan als behandelaar.

Familieleden zouden uitstekende co-behandelaars kunnen zijn bij een helder en creatief psychotherapeutisch behandelplan maar helaas psychiaters kennen tegenwoordig alleen pillen.

11 augustus: S. blijkt met spoed opgenomen in een Goois ziekenhuis voor een blindedarm operatie. Moeder gaat er heen. Na uren ziet ze haar dochter op de brancard uit de lift komen, breekbaar en bleek. De operatie is geslaagd maar het was kantje boord. De blinde darm scheurde op het moment van operatie. Bloeddruk onder de 40. S. vertelde haar moeder dat zij de afgelopen twee jaar herhaaldelijk vreselijke buikpijn had gehad met koorts, misselijkheid en overgeven en dat nooit actie was genomen door de verantwoordelijk artsen. Men zei dat het door haar eetgedrag kwam. Haar overplaatsing naar Hilversum heeft haar waarschijnlijk het leven gered! Daar hebben ze haar klachten serieus genomen en meteen actie ondernomen. Als ze nog op de vorige locatie, waar ze al 6 jaar verbleef was geweest dan was het mis gegaan.
Inmiddels is S. overgeplaatst naar Parnassia in Den Haag. Zeer plotseling zonder vooraankondiging om weerstand te voorkomen. In Parnassia begint ze met een streng regime en belt wanhopig haar moeder om haar te komen weghalen. Wat is er tegen een vriendelijk en warm onthaal waarin iemand eerst op haar gemak wordt gesteld en uitgebreid wordt geinformeerd? Dan krijg je als behandelaar toch ook meer medewerking! Moeder wordt in het geheel niets gevraagd ondanks dat zij waardevolle informatie zou kunnen geven over voorgeschiedenis en persooon van S. Blunders!
S. raakt over de rooie in de eerste week omdat ze zo gewend is dat in de vorige inrichting van alles werd beloofd en het meestal niet werd nagekomen dat zij een belofte van een vrijheid wantrouwt en er tegen in gaat en agressief wordt (begrijpelijk maar niet een adequate reactie natuurlijk). Wat door de behandelaars natuurlijk negatief wordt geinterpreteert. Verdiep je eerst eens in iemand in plaats van haar meteen weer te stigmatiseren. Is menselijkheid verboden in de psychiatrie?

S. is nu bijna 3 weken op het Centrum voor Intensieve Behandeling van Parnassia. Moeder wacht nog steeds op een uitnodiging voor een gesprek. Een behandelaar vertelde dat S. daar zelf om moet vragen en er argumenten voor moet geven. S. is echter niet goed in staat om zo'n verzoek te doen en te verwoorden.

( Nu op 7 october is moeder er in geslaagd om een afspraak te krijgen met een behandelaar - over 4 weken (sic). S. had weer een conflict op de afdeling omdat ze een lampje dat ze uit een gemeenschapsruimte meenam naar haar kamer had beschadigd. Moeder had ter vervanging een nieuw lampje meegenomen op verzoek van S. Vervolgens werd S. gestraft omdat zij twee lampjes zou hebben ontvreemd. Zij werd niet geloofd toen ze zei dat haar moeder dat tweede lampje had meegebracht. Opvallend is dat door de staf snel vanuit wantrouwen wordt gereageerd. Patienten worden bij voorbaat onbetrouwbaar geacht. Moeder belt op om het misverstand te corrigeren maar er is geen verantwoordelijk behandelaar bereikbaar. )

De behandelaars zijn zich er schijnbaar niet van bewust dat de houding en de invloed van ouders een behandeling kunnen ondersteunen of belemmeren. En dat het alleen al om die reden zinnig is om moeder er in een vroeg stadium bij te betrekken.
S. belt moeder en vertelt dat ze niet meer eet en drinkt, ze wil dood. Moeder laat zich niet in paniek brengen en reageert met een opmerking waaruit S. kan afleiden dat moeder haar niet kan missen. Later belt S. en meldt dat ze weer is gaan eten en drinken.
Moeder van S. en ik hebben een gesprek hierover en we constateren dat een psychiatrische patient ook de kans moet hebben te leren om verantwoordelijkheid voor zichzelf te dragen. In een isoleercel is dat niet mogelijk.

In ZEMBLA (20 sept. 21.50 Ned. 2) was een moeder te zien die slechts gericht lijkt te zijn op de veiligheid van haar minderjarige dochter - die overigens identieke gedragingen en stemmingen heeft als S. -. Deze moeder houdt een verwijzing naar een open afdeling tegen. De goedwillende psychiater slaagt er niet in om haar beleid aan deze moeder over te brengen, lijkt het. Moeder reageert in de film tamelijk afwijzend en negatief kritisch op haar dochter die al haar spullen in vuilniszakken heeft moeten proppen voor de verhuizing. Een goede steunende verbinding - zonder te grote grensoverschrijdingen - met moeder had heilzaam kunnen zijn voor deze puber.
De staf heeft geen contact opgenomen met moeder. Wat de staf doet is onbekend.

Zijn psychiaters nog artsen?
Zijn psychiaters nog artsen? Weten ze nog iets van echte ziekten of kijken ze nog slechts met een psychiatrische bril? Wie weet zijn veel klachten die S. de laatste jaren had wel veroorzaakt door een chronische infectie en werden geinterpreteerd als psychisch.
In mijn werk in de psychiatrie heb ik het herhaaldelijk meegemaakt dat een psychiater een lichamelijke ziekte aanzag voor een depressie of voor een somatisatiestoornis o.i.d. Vaak was ik degene die voorzichtig naar voren bracht dat het wel erg op een Parkinson leek en niet zozeer op een depressie. Voorbeelden: Een jonge vrouw die op de polikliniek naar mij werd verwezen door de internist had dagelijks ernstige depressie-achtige inzinkingen aan het eind van de middag. De psychiater beweerde dat zij PMS had en schreef haar een antidepressivum voor. Het leek mij eigenlijk meer een dip in haar bloedsuikerspiegel. Wat bleek bij navraag: de vrouw deed een intensieve sporttraining elke dag zonder de juiste voeding en deskundige begeleiding. Waardoor zij regelmatig in een hypo terechtkwam. Jaren later bleek zij bovendien een te traag werkende schildklier te hebben. Een andere patient (ik vindt overigens dat "patient" teveel lijkt op "passief") klaagde over extreme pijn in zijn benen zodat hij niet meer kon reizen en zelfs niet naar het toilet kon lopen. Hij werd behandeld voor een depressie. Hij smeekte telefonisch om een consult thuis omdat hij niet naar het ziekenhuis kon komen. Ook zijn huisarts belde een paar keer omdat hij erg bezorgd was. De psychiater was er van overtuigd dat deze klachten psychisch waren en weigerde een huisbezoek. Op een dag trof ik de patient en zijn vrouw in het ziekenhuis na een slecht nieuwsgesprek waarin hij te horen had gekregen dat hij nog twee weken te leven had. Hij bleek kanker in zijn been te hebben. De psychiater weigerde dit geval te bespreken in de teamvergadering.
Richard van Dijck (psychiater) zei eens op een congres: "Als je een hamer in je hand hebt zie je al gauw een spijker". Waar ik het helemaal mee eens ben. Als je de DSM in je hoofd hebt zie je al gauw een psychische stoornis. Ik denk dat het goed is als psychiaters met lege handen beginnen en met een open oor en blik. Zodat de "patient" een kans krijgt om mens te zijn en niet een reeds ingedeeld geval, en uit de verf komt omdat er naar hem geluisterd wordt. Een psychiater is soms/vaak iemand waarin een een slechte arts gecombineerd is met een slechte psycholoog. De goeden niet te na gesproken!!
Het wordt tijd dat er een totaal andere opleiding voor "psychiatrische" hulpverleners komt. En dat er een nieuwe niche voor wordt ontwikkeld: niet medisch en niet puur psychologisch maar Biopsychosociaal .
Gisteren Trudy Dehue gezien in Zomergasten (Ned. 2). Zij heeft een boek geschreven over depressie in nederland: "De Depressie Epidemie. Over de plicht het lot in eigen hand te nemen. " Zij signaleert op de erg voorzichtige manier van een wetenschapper uitwassen bij het categoriseren van mensen tot patienten en bij het voorschrijven van medicijnen. Ik begrijp dat zij er ook nogal tegen is om mensen de verantwoordelijkheid voor hun eigen bestaan te geven of hen daarbij te helpen. Hetgeen mij als schrijver van een zelfhulpboek (Depressie actief overwinnen) wel aan het denken zet. Is het fout om mensen een stuk eigen competentie te bieden? Zij vindt, lijkt het, dat de samenleving of de overheid meer verantwoordelijkheid dient te nemen in het goed behandelen van mensen. Terecht, maar daarmee ben je er nog niet. Ik vind dat mensen ook gereedschap moeten krijgen om autonomer te kunnen leven en minder afhankelijk te zijn van hulp.
Ik kijk op dinsdag avond naar de serie over psychiatrie ( NED.2: Kijken in de ziel ) op TV. Verschillende kopstukken in de psychiatrie worden geinterviewd over hun visie op hun werk. De meesten - psychotherapeuten - blijken een zeer genuanceerd en humane visie te hebben. Een uitzondering is professor Kahn (hoofd psychiatrie UMC Utrecht) die een icoon is van kortzichtig medisch denken en geen spoor van empathie vertoont. Alles is biologisch en medicijnen zijn de oplossing. Treurig dat zo iemand zo'n belangrijke positie heeft. Ik hoop dat zijn werkgevers ook naar dit programma kijken en dat hun het contrast opvalt met zijn collega's (die zich af en toe duidelijk moeten inhouden om hem niet teveel af te kraken ). Als hij mijn student was geweest had ik hem toch liefdevol geadviseerd om fietsenmaker ofzo te worden.

Kijken in de ziel
2 september: Ik zag gisteren weer "Kijken in de ziel" . Prettig om van alle deelnemers ( op een na ) te horen dat zij menselijk zijn en meer zien dan de techniek en de protocollen. Kahn ( prof. UMC Utrecht ) beroemde zich erop dat hij de psychiatrie wetenschappelijk heeft gemaakt. Wat is die man naief! In feite heeft hij een caricartuur van de psychiatrie gemaakt. Treurig - je hoeft als psychiater geen levenservaring te hebben vindt Kahn als je de richtlijnen maar gebruikt. Fundamentalisme!
Ik heb zelf in verschillende commissies gezeten (Trimbos; Altrecht; NvAGG ) die richtlijnen hebben gemaakt. Ze hebben het dan over de "State of the Art" dwz een richtlijn dient de huidige kennis weer te geven. In die commissies werd elke inbreng van psychotherapeuten/psychologen verworpen of tegengewerkt zodat er een schraal technisch product ontstond. En de huidige kennis is slechts de kennis uit publicaties van mensen die vaak de ballen verstand van psychotherapie hebben. Nogmaals fundamentalisme. Vroeger moesten we de bijbel gehoorzamen en nu de richtlijnen opgesteld door mechanistisch denkende. Gelukkig gaf Kahn wel toe dat psychotherapie invloed kan hebben op een patient.
Wat er in de richtlijnen dient te staan volgens mij: Benader de hulpvrager als mens en niet als patient. Check goed of er geen lichamelijke oorzaak is en zoniet geef deze persoon dan een afspraak met een warm, geinterresseerd mens die met belangstelling naar hem/haar luistert en die zich richt op persoonlijke ontwikkeling en creatief genoeg is om de mogelijkheden van de hulpvrager te onderkennen en te ondersteunen.

Trouwens, weten psychiaters wel dat een mens behalve hersenen ook een lichaam heeft? (en een sociale context en een geschiedenis).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten